‘Ik ben verliefd’. Ze spreekt de woorden uit als ik mijn jas
al aan heb, klaar voor vertrek. Ik kijk haar aan, voel mijn voeten aan de grond
geklonken en word me bewust van de enorm
scheppende krachtbron van waaruit deze woorden gesproken worden. In 1 seconde
realiseer ik me dat dit de bron is. De oorsprong. Dat vanuit deze energie de
wereld is geschapen, de mensheid, de bomen, rivieren, de natuur. En ik dus ook.
Ik kijk haar aan en zie haar afwachtende, voorzichtige
glimlach. Speurend naar een oordeel van mijn kant. Liefst goedkeurend, ten
minste, zo denk ik maar ondertussen maakt het niet wat ik denk, voel of
oordeel. Want de enorme golf van energie die haar heeft overspoeld zal haar
meenemen. Weg van hier, weg uit haar huwelijk, weg van haar kinderen, haar
baan, haar leven. Weg van alles waar ze de laatste jaren zo hard voor en tegen
heeft geknokt.
Ik ga weer zitten. Houd mijn jas aan en laat mijn hoofd een
millimeter zakken. Ik adem zachtjes en lang uit via mijn voeten naar de grond. Ik
ben overweldigd. En dat zullen er meer zijn langs het verwoestende pad dat zij
de komende tijd gaat afleggen.
Ik denk aan de god Shiva, die gene die alles vernietigt om
daarna weer te scheppen. En de mensen van Bosbeheer die hetzelfde doen door een
stuk bos te laten platbranden zodat er daarna weer nieuw leven kan ontstaan. En
het wordt me geheel duidelijk dat deze verliefdheid precies hetzelfde zal doen:
vernietigen en ruimte maken.
Ik vraag wat kleine dingen en zij strooit wat antwoorden in
de ruimte. In deze fase zijn woorden ontoereikend en veelal belastend. Alles
wijst erop dat zij maar 1 doel voor ogen heeft. Als ik wegga omhels ik haar.
Houd ik haar stevig en licht in mijn armen. En terwijl ik dit doe bid ik. Voor
kracht, wijsheid, kalmte, aarde energie, rust en begeleiding. Als ze me loslaat
kijkt ze me gelukzalig aan. Ze gaat op pad…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten